top of page

Oorsprong van de Padua

 Sinds 1925 is de padua door de Nederlandse Hoender Club in de rij van Nederlandse hoenderrassen opgenomen. 

Oorsprong

De oorsprong van de Padua-kip wordt vermoedelijk gezocht in Polen of Rusland. Volgens de legende bracht de Italiaanse horlogemaker Giovanni Dondi dell'Orologio tussen 1330 en 1388 de eerste Padau-kippen mee vanuit Polen naar zijn geboortestreek, Padua. Er is echter geen bewijs voor deze claim.

Dankzij de Italiaanse naturalist Ulisse Aldrovaniis, die rond 1522-1600 de Padua-kip beschreef als Gallina Patavina in zijn ornithologisch naslagwerk, werd de Padua-kip bekend in heel Europa. Nederlanders stellen dat in de 16e en 17e eeuw kuifhoenders te vinden waren in de Lage Landen. Dit wordt onder andere bewezen door schilderijen van Jan Steen (1626-1679) en Melchior de Hondecoeter (1636-1695).

Hierdoor waren ze ervan overtuigd dat het om een oud Nederlands ras ging. In 1925 werd het ras erkend door de Nederlandse hoenderclub als het Nederlandse baardkuifhoen. De naam "Padua" zegt echter weinig over de kenmerken van het ras, terwijl de naam "Nederlandse baardkuifhoen" duidelijk aangeeft dat de dieren een kuif en baard hebben.

naamloos-8099-klaar.jpg
kuifhoen vuil wit kuiken.jpg

Raskenmerken

De Padua-kip is een rustige sierkip die gemiddeld 150 eieren per jaar legt. Zowel de groothoen- als de krielvorm van de Padua zijn erkend. De hennen hebben een volle, bolronde kuif bestaande uit brede veren, wat de zichtvrijheid van de dieren kan beperken. Bij de hanen is de kuif wat losser omdat deze bestaat uit sierveren. Deze reiken tot halverwege het halsbehang, ongeveer tot het einde van de baard. Symmetrie is hierbij belangrijk. Aan de voorkant vormt de kuif een licht gebogen vlak en aan de achterkant omsluit deze de kop en bovenhals. Het belemmert vaak minder het zicht dan bij de hennen. De kuif is ingeplant op een schedelknobbel, en bredere en hogere schedelknobbels resulteren over het algemeen in grotere kuiven. De kuif mag het zicht niet belemmeren, bij een lage knobbel zakt de kuif vaak over de ogen.

De baard van de Padua-kip is driedelig, en er zijn witte oortjes onder de baard verborgen. Ze hebben geen of zeer kleine kinlellen, verborgen in de baard. Over het algemeen hebben ze roodbruine ogen. Ze hebben meestal geen of weinig kamvlees. Het neusbeen is onderbroken, waardoor ze sterk opengesperde neusgaten hebben. Padua-kippen zijn middelgrote en lichtgebouwde hoenders. Hun lichaam is gestrekt, cilindervormig, breed in de schouders en versmalt naar achteren toe. De borst is tamelijk diep, goed gerond en enigszins naar voren gedragen. Hanen hebben een iets schuinere houding, terwijl hennen nagenoeg horizontaal en iets dieper gesteld zijn. De rug gaat in een korte, ronde en stompe hoek over in een middelhoog gedragen, halfopen gespreide staart. Hanen hebben sterk ontwikkelde sikkels. De vleugels worden horizontaal gedragen, hoewel dit bij hanen soms kan afwijken vanwege hun opgerichte houding. De kleur van de poten is doorgaans blauw, terwijl bij de koekoekvariëteit de poten wit zijn.

Kleurslagen

De Padua-kippen zijn erkend in meerdere kleurslagen. In Nederland zijn aan het einde van 2018 twee nieuwe kleuren erkend, namelijk Dun (choco) en Splash. Deze kleuren zijn vanaf januari 2019 opgenomen in de stamboom. In Duitsland is ook de wildkleur erkend. Naast de erkende kleuren zijn er ook mooie variaties te vinden. Zowel de Padua als de Padua-kriel zijn erkend in gladveer en krulveer.

Anatomie

Anatomie

anaomie padua.png
vleugels orgineel.png

Op elke vleugel staan 10 primaire slagpennen en 10 secundaire slagpennen die dienen om te vliegen

De staart bestaat uit 14 stuurpennen of staartveren

Staart en vleugel

Het skelet

Geslachts-organen

Een kip heeft follikels in haar eileiders, waarbij elke follikel de potentie heeft om een ei te worden. Het proces van follikelvorming tot een volledig ei duurt doorgaans ongeveer 7 dagen. Zodra een ei is gelegd, staan er alweer 6 nieuwe follikels klaar om het proces te herhalen.

Anatomie van het ei

  1. kalkschaal

  2. schaalvlies

  3. binnenste schaalvlies

  4. hagelsnoer

  5. buitenste eiwit

  6. middelste eiwit

  7. dooiervlies

  8. dooier

  9. kiemvlek (of vormingsdooier)

  10. donkere eigeel

  11. klare eigeel

  12. binnenste eiwit

  13. hagelsnoer

  14. luchtkamer

  15. cuticule (buitenste laag)

ei1_edited_edited.png
bottom of page